Digitalisering Bouw

BIMcollab Twin in rapport ‘Digitalisering in de bouw’ genoemd als voorbeeld

BIMcollab Twin is in genoemd het rapport Digitalisering in de bouw. Om tot een goede digitalisering van de sector te komen, is de inzet van nieuwe tools belangrijk en hierin is BIMcollab Twin expliciet genoemd als waardevol voorbeeld voor het bijdragen aan standaardisatie, vastlegging en uitwisseling van data. “Digitale vastlegging tijdens de ontwikkelfase faciliteert effectieve besluitvorming en leidt ultiem tot een efficiënter bouwproces”, aldus de onderzoekers.

De auteurs van het rapport ‘Digitalisering in de bouw’ hebben hun praktijkervaringen gecombineerd om zo een objectief perspectief te schetsen van de rol van digitalisering in een circulaire bouweconomie. Het document is volgens de auteurs geschreven vanuit een gemeenschappelijke ambitie en gevoel van urgentie om de digitale circulaire bouweconomie te bevorderen. De auteurs zijn Martijn Oostenrijk (directeur van Madaster Services), Jim Teunizen (partner bij Alba Concepts), Wouter van Twillert (directeur van C-creators & Voorzitter Platform CB’23 ‘Paspoorten in de Bouw’) en Jacco Verstraeten-Jochemsen (Lead Business Strategy van Circle Economy)

Circulaire economie in bouwsector

Nederland staat namelijk voor een transitie naar een circulaire economie. Het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ uit 2016 geeft een duidelijke ambitie aan: 50 procent minder primair grondstofverbruik in 2030 en een volledig circulaire economie in 2050.

Voor de bouwsector betekent de circulaire economie onder andere: meer en hoogwaardiger hergebruik van bouwmaterialen, -producten en -elementen en een andere aanpak in het uitvragen, ontwerpen en uitvoeren van bouwprojecten. Met als afgeleid resultaat minder gebruik van primaire grondstoffen en de lagere productie van afvalstoffen. Digitalisering van de gebouwde omgeving is een belangrijk en zelfs een noodzakelijk middel om dit allemaal mogelijk te maken.

Transitie vereist werk

Momenteel is de Nederlandse economie bijna 25 procent circulair, wat betekent dat er nog flink aan de transitie moet worden gewerkt. Deze transitie geldt ook voor de bouw- en vastgoedsector, schrijven de onderzoekers. De doelstellingen daarvoor zijn uitgewerkt in de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie (2018) en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma (2019). Eén ding is duidelijk: de circulaire economie is – zowel in de bouw als daarbuiten – één van de belangrijke maatschappelijke thema’s van dit moment.

Bouwsector rijp voor digitalisering

Grote bouwprojecten hebben doorgaans 20 procent meer tijd nodig dan gepland en de kosten zijn tot 80 procent hoger dan het budget. Daarbij komt dat de productiviteit in de bouw sinds de jaren ‘90 is afgenomen; financiële rendementen voor aannemers zijn relatief laag en volatiel. “Digitalisering van het bouwproces wordt breed gezien als één van de voornaamste manieren om faalkosten te reduceren en daarmee de winstgevendheid van bouwprojecten te vergroten”, staat in het rapport. “De bouw- en vastgoedsector is daarmee rijp voor vergaande digitalisering en dat is niet alleen gedreven door de noodzaak om tot een circulaire economie te komen. De transitie naar de circulaire economie in de bouw heeft impact op alle delen van de keten, van de productie van materialen en bouwelementen tot (her)gebruik, sloop en de verwerking van het sloopafval.”

Maatwerk software

In tegenstelling tot andere sectoren zoals Finance & Insurance, Media of ICT, heeft de bouw -en vastgoedsector geen geïntegreerd dataplatform voor projectbeheersing, ontwerp, bouw, onderhoud, exploitatie en uiteindelijke sloop of demontage. In plaats daarvan vertrouwt de sector nog steeds op maatwerk software. Om inzicht te geven in de volledige potentie van het digitale bouwproces ten gunste van de circulaire economie, licht het rapport drie fasen in de keten toe wat nodig is en wat dit oplevert.

Afbeelding uit rapport Digitalisering in de bouw

In de ontwikkelfase gebruiken opdrachtgevers en opdrachtnemers nog steeds verschillende platformen die niet op elkaar aansluiten. Hierdoor is er bij de betrokken partijen onvoldoende actueel en eenduidig gezamenlijk inzicht in het projectontwerp, de bouw- en investeringskosten, de planning en het (toekomstig) onderhoud. “Digitalisering en het gebruik van geïntegreerde data platforms zijn voorwaardelijk om de samenwerking en communicatie tussen alle partijen te stroomlijnen en te versnellen. Standaarden en initiatieven als 3D, 4D, 5D BIM, Het BIM Loket, DigiGo en Platform CB’23, maar ook digitale platformen als BIMlink dragen bij aan deze standaardisatie, vastlegging en uitwisseling van data. Digitale vastlegging tijdens de ontwikkelfase faciliteert effectieve besluitvorming en leidt ultiem tot een efficiënter bouwproces”, aldus het rapport.

De gebruiksfase moet gericht zijn op behoud door gericht onderhoud en beheer. “In de bouw kan Internet of Things veel functionaliteit toevoegen aan een gebouw of asset, als het bijvoorbeeld gaat om monitoring en predictive maintenance, directe aansturing van de installaties ter bevordering van het comfort, of het automatisch beheer van het overzicht aan materialen, componenten en producten die zijn opgenomen in het gebouw. Dit laatste heeft direct effect op het stimuleren van de circulaire economie door het ontsluiten van belangrijke informatie voor het hergebruik van materialen en componenten mogelijk te maken.”

Ook in de derde finale fase waarin gebouwen het einde van hun gebruiksduur bereiken, zijn digitale platforms essentieel om een circulaire economie mogelijk te maken, vinden de auteurs. “Denk bijvoorbeeld aan een platform, waarin de gebouwde omgeving naar waarheid (single source of truth) is geregistreerd, en op deze manier de handel in gebruikte bouwmaterialen en -producten faciliteert met betrouwbare en gedetailleerde informatie over kwaliteit, kwantiteit en beschikbaarheid van secundaire producten.”

Vertraging in digitalisering

Op dit moment zien de auteurs van het onderzoek een zekere vertraging ontstaan in de digitalisering van de bouwsector, veroorzaakt door onduidelijkheid, (on)mogelijkheden of kosten. Samengevat zien zij vier voorname barrières:

  • een gebrek aan standaardisatie
  • bedrijven ervaren moeilijkheden in het opstellen van een financiële businesscase
  • noodzaak voor een behoorlijke ontwikkeling van de benodigde datasets & technologie
  • noodzakelijke verandering in de cultuur en het gedrag

Nederlandse vorderingen vereist

Deze toepassingen voor digitalisering van de circulaire gebouwde omgeving worden inmiddels daadwerkelijk ingezet om gebouweigenaren en -gebruikers inzicht te bieden in de technische staat van gebouwen, al dan niet gekoppeld aan financiële, ecologische, sociale en procesmatige uitgangspunten. Door de toename van nieuwe Europese regelgeving, initiatieven en certificeringseisen ontstaat een markt in de bouwsector met een circulair karakter. Het is onomkeerbaar en een kwestie van tijd. Het is daarom volgens de auteurs van het rapport zaak dat de Nederlandse bouwsector hierop anticipeert en, liever nog, snelle vorderingen maakt die Nederlandse bedrijven een voorsprong zal geven in de toekomst.

Bron: rapport ‘Digitalisering in de bouw’